Loslaten

 

Dit woord heb ik al vaak gehoord in mijn leven en ik had er altijd een gruwelijke hekel aan. Als ik me veel zorgen maakte over een situatie bijvoorbeeld op mijn werk kreeg ik nogal eens te horen. Je moet het loslaten. Dan dacht ik: Waar hebben ze het over, hoe moet dat en waar is dat goed voor? Ik kon er niets mee.

Langzamerhand begonnen me wel een aantal dingen te dagen die daarmee samenhangen.

Ik heb bijvoorbeeld nogal de neiging te denken dat ik weet wat goed is voor iedereen. Wel een beetje hoogmoedig. Dus wil ik ook nog weleens raad geven. Ik verwacht dan min of meer dat de ander dat ook gaat doen. Dikke onzin natuurlijk. Iedereen moet zijn eigen keuzes maken.

Ook kan het gebeuren dat moeilijke situaties zich in de loop van de tijd rechtbreien op een manier die ik nooit had kunnen bedenken. Dat heeft me ook wel een beetje geduld geleerd, niet een van mijn sterkste eigenschappen.

Verder kun je nooit in het hoofd van een ander kijken. Zelfs als je met de beste bedoelingen dingen aanreikt kan het weleens volkomen averechts werken. Bijvoorbeeld omdat de ander het verkeerd opvat of met hele andere dingen bezig is.

Tenslotte het belangrijkste is vertrouwen. Hoe meer vertrouwen je durft te geven, hoe meer ruimte een ander zal voelen. Dat sterkt zijn zelfvertrouwen en zijn neiging om daadwerkelijk iets van zichzelf te maken.

Ik heb het weleens zo gehoord. Je ziet een kindje stuntelen en slaat het gebeuren gade met angst en beven maar weet dat je hem zijn eigen builen moet laten vallen.

Voorwaar niet gemakkelijk. Ik leer met vallen en opstaan om te vertrouwen en los te laten.