Ode aan de mensen die “anders” zijn

Dit is mijn honderdste. Dus, dacht ik , dat moet iets bijzonders zijn. Vorige keer schreef ik over Erik Scherder. Hoe bijzonder ik het vind dat hij zich kwetsbaar opstelde tegenover heel Nederland. Toen bedacht ik dat ik dat zelf misschien ook weleens een beetje kan doen. Wie weet, heeft iemand daar ook nog eens wat aan.

Vanmorgen kwam ik op mijn fiets langs de Schwienswei. Daar is een paadje dat ik erg leuk vind, maar dat bijna helemaal dichtgegroeid is. Och , dacht ik , nu er nog niet zoveel bladeren zijn lukt het misschien wel , er door te fietsen. Dus, hup, ik dat paadje in. Het ging wel, maar het was nogal drassig. Af en toe kwam ik met moeite vooruit en moest ik uitkijken niet met mijn voeten in de modder terecht te komen.

Ineens schoot er een herinnering door me heen die een grote glimlach op mijn gezicht bracht, al heb ik dat destijds wel anders ervaren.

Ik heb me lang afgevraagd of ik last had van ADD, dus de vorm van ADHD zonder de hyperactiviteit, omdat ik vaak langer moet nadenken voor ik dingen begrijp. Ik trek vaak niet de meest logische conclusie. Dat kan best klungelig overkomen. Op een gegeven moment heb ik me laten verwijzen naar een psychiater die daar hopelijk verstand van had. Ik had dus een duidelijke vraag. Helaas pasten onze ideeën niet zo goed bij elkaar. Hij wilde gesprekken om mij te behandelen voor de psychische problematiek waar ik volgens hem last van had. Maar dat was helemaal mijn vraag niet. Omdat ik zelf ook arts ben, was ik ook niet geneigd hierin mee te gaan. Hij vond mij , denk ik, nogal een apart typje en we kwamen niet op één lijn.

Toen ik naar een van onze laatste gesprekken ging, fietste ik over een holleweg. Helaas was die behoorlijk drassig en ik moest van mijn fiets af. Daar stond ik met mijn voeten in de modder. En ik had de keuze: Afspraak afzeggen of mijn schoenen uitdoen bij de ingang van de praktijk . Ik koos voor het laatste. Ik heb het die man wel uitgelegd , maar ik zie nog zijn gezicht voor me. Zo van : Ik dacht al dat je een beetje gestoord was maar nu weet ik het zeker. En hij zag er ook nog zo keurig uit.

Het kwam niet meer goed tussen ons. Gelukkig kwam ik later bij de geheugenkliniek terecht in Maastricht, waar ik wel min of meer een bevestiging kreeg van mijn gedachten. En misschien had ik het ook anders moeten doen, maar ach..

Ik ben wel eigenwijs en daarin ook nog behoorlijk vasthoudend. Dat kunnen anderen knap lastig vinden. Toen ik op de HBOV werkte werd er elk jaar bijna een nieuwe werkwijze uitgevonden. Ik vond dat een slecht idee en wist er uiteindelijk ook geen raad mee.

Toen ik bij huishoudelijke hulp werkte werd er een nieuwe organisatie structuur bedacht. Dat leidde er toe dat heel veel cliënten ineens geen ondersteunde begeleiding meer kregen. Dat maakte mij boos en ik bedacht iets anders. Maar ik werd natuurlijk niet gehoord. Nu kan ik wel denken dat ik gek ben. Maar ik denk eerder dat ik niet zo gemiddeld ben. Dat is lastig maar ook mogelijk waardevol. Dus “anders” is prima. En ik merk ook wel dat ik echt niet de enige ben. Kom op , op naar de 101.