lach en de wereld lacht terug

Eens zat ik in onze kerk aan het begin van de dienst te luisteren naar degene die de leiding had van de dienst. Hij maakte een grappige opmerking en ik moest er hartelijk om lachen. Toen dacht ik aan iets wat ik in de opleiding Geestelijke Gezondheidkunde in Maastricht geleerd heb tijdens het blok neuropsychologie. Neuropsychologie houdt zich bezig met de samenhang tussen onze hersenen en onze psyche, een vak wat mij heel erg boeit.

Ik heb daar geleerd dat er een voortdurende wisselwerking is tussen onze gevoelens en de uitdrukking daarvan. Dat wil zeggen als ik vrolijk ben, ga ik lachen. Maar het feit dat mijn aangezichtsspieren zich aanspannen om te lachen leidt er ook toe dat ik vrolijk wordt. Ik kan me voorstellen dat mensen denken: Ja ja dat zal wel! Maar dat soort dingen kunnen wij tegenwoordig aantonen doordat we het zichtbaar kunnen maken in de hersenen. Men kan een bepaald soort foto van de hersenen maken een zogenaamde fMRI en daarmee laten zien dat er activiteit is in een bepaald deel van de hersenen. Je kan dus laten zien dat, als iemand zijn gezicht in een lachstand zet, in zijn hersenen het gebied van vrolijkheid actief wordt. Dat is dus een soort vicieuze cirkel. Dus hoe meer je lacht hoe vrolijker je wordt.

Kleine kindjes oefenen vanaf drie maanden het aangaan en onderhouden van relaties door middel van oogcontact. De ontwikkeling in bijvoorbeeld de hersenen is dan zover dat dit echt mogelijk is. Daarvóór is er alleen sprake van koestering richting het kindje; dan is er dus éénrichtingsverkeer. In de ideale situatie doet de moeder spelletjes met het kindje. Ze lachen naar elkaar, zijn alert en actief en hebben pret met elkaar en rusten vervolgens samen uit. Daarna herhaalt zich dat en weer en weer. De moeder stemt zich helemaal af op het kindje. Wil het contact dan lacht zij ook, wil het rust dan wendt zij de blik af. Het hoogtepunt van deze periode is de leeftijd van 9 maanden, waarop het kindje daar eindeloos mee bezig kan zijn.

Ik herinner mij met genoegen dat ik speelde met mijn oudste kleinzoon toen hij een baby was. Hij speelde met het koordje van mijn vest op mijn schoot. Dan keek hij zo schuin naar mij en begon te lachen. Dan weer terug naar het koordje en dan weer naar mij en weer samen lachen, eindeloos. Het is een dierbare herinnering, een van de vele met mijn kleinkinderen.

Als er volledig aan de behoefte van het kindje wordt voldaan geeft hem dat vertrouwen in zichzelf en het contact met anderen. Ook wordt hier de basis gelegd voor creativiteit. Het mag zichzelf zijn. Het hoeft anderen niet te behagen om geliefd te zijn. Het heeft dus alle ruimte om zichzelf te ontdekken en hoeft zich niet te verstoppen om aan de voorwaarden van anderen te voldoen.

Gelukkig kunnen we daar later nog een heleboel van inhalen. Dus; Al klinkt dat misschien een beetje al te simpel:

Begin de dag met een dansje, begin de dag met een lach, want wie vrolijk is in de morgen, die lacht de hele dag, ja die lacht de hele dag.

Geef een reactie


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.