Pillen, een zegen maar soms een vloek.

Als ik over een bepaald onderwerp wil schrijven krijg ik daar vaak zomaar van verschillende kanten informatie over. Boffen is dat.

Zo houden medicijnen me al een tijd bezig. Ik heb ooit een licht hartinfarct gehad en kreeg toen o.a. medicijnen voor cholesterolverlaging en voor bloeddrukverlaging.

De ene pil zorgde voor zoveel kramp in mijn spieren dat ik haast geen zin meer had om naar de Pilatesles te gaan, de andere zorgde voor voortdurende kriebelhoest. Ik heb toen besloten mijn voeding aan te passen en de ene pil niet meer te nemen en voor de andere kreeg ik een vervanger waar ik geen last van had.

Wat me nu vooral bezig heeft gehouden is een artikel in Medisch Contact het blad voor de organisatie van artsen. Dit ging over enzymdefecten, een verschijnsel dat nog niet zo erg bekend is. Pillen worden verwerkt in onze lever door bepaalde stoffen, die enzymen heten. Bij een aantal mensen werken sommige enzymen slechter of juist beter dan bij anderen. Daardoor kunnen pillen soms sterker of zwakker of anders werken dan de bedoeling is. Dat hangt er dan vanaf of de enzymen voor die pillen bij jou dan beter of slechter zijn aangelegd.

Als je zelf bijna nooit last hebt van bijwerkingen van pillen kun je zomaar het idee hebben dat een ander die dat regelmatig heeft, zich aanstelt. Maar het zou dus zomaar kunnen dat het bovengenoemde de reden is. En het kan knap vervelend zijn. Zo kunnen betablokkers voor hoge bloeddruk bijvoorbeeld depressie als bijwerking hebben. Ik weet overigens niet of dit iets met die enzymen te maken heeft. Maar stel dat je zoiets niet weet. Dan kan dat ernstige gevolgen hebben.

Aan de ander kant zijn medicijnen uiteraard een enorme zegen. Stel je voor dat we bijvoorbeeld geen antibiotica hadden om infecties te bestrijden of bloeddrukverlagers of medicijnen tegen kanker. Daar kan ik enorm dankbaar voor zijn.